De walvisjacht. - Reisverslag uit Ende, Indonesië van Frank Mensink - WaarBenJij.nu De walvisjacht. - Reisverslag uit Ende, Indonesië van Frank Mensink - WaarBenJij.nu

De walvisjacht.

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg Frank

03 September 2008 | Indonesië, Ende

Alle lieve mensen,

De afgelopen maand gereisd in Nusa Tenggara, een rij vulkanische eilanden in het zuidoosten van Indonesie. Het zijn de armste eilanden van Indonesie en de dorpen zijn vaak weer echt primitief. De Portugezen waren hier het eerst en stuurden missionarissen om de mensen voor zich te winnen. De meeste mensen zijn dus katholiek, Nederland heeft de Portugezen weer systemisch van elk eiland afgeschopt waardoor er ook veel protestantse dorpen zijn. De havendorpen zijn vaak islamitisch. Veelal wordt de religie gemengd met animisme dat gebaseerd is op het vereren van de voorouders.


2/8 Dili. Na twee dagen acclimatiseren in Dili, het is weer tropisch warm geworden, ben ik de bergen in gegaan. In Oost-Timor zijn dus heel veel VN medewerkers met hun grote auto's en die geven mij graag een lift, heeft hun auto tenminste nog enig nut. Eerst de bergen in, deze meneer reed zo ontzettend wild door de talloze bochten dat ik na twee uur rijden even moest kotsen in de berm, maar hij bracht mij wel naar Maubisse, een leuk dorp in de koelte van de bergen. De volgende morgen brachten Filipijnse VN politieagenten mij halverwege naar een bergdorp en kon ik wandelen naar een dorp aan de voet van de hoogste berg van het eiland Timor, Mt Ramalan. De tocht was weer prachtig, Oost-Timor is een verrassend mooi land. Traditionele dorpen waar mensen meestal in hutten wonen, voor de kinderen ben ik weer een circusattractie, dat heb ik zo enorm gemist in Australie. Ze geven mij vaak een handkus en dat is heel aardig maar omdat ze allemaal een snotneus hebben zit mijn hand onder het snot. Ik kwam laat in de middag in het dorp Huta Builico aan met uitzicht op berg Ramalan. Er is een hotelletje waar ik ook nog eten geserveerd kreeg. De volgende ochtend wilde ik naar boven maar het was zwaarbewolkt dus heb een dag doelloos rondgehangen in de vallei. Ik werd bij een familie thuis uitgenodigd, ik heb dit het afgelopen jaar vaak gezien maar het blijft een aparte aanblik. Muren van klei, dak van stro, vloer is gewoon de zandgrond en met wat plastic is de slaapkamer afgescheiden. De stoelen bestonden uit wat houten planken en ik mocht op een autodeur zitten. In de bergen is het knap koud en zo'n huis is dus wat spartaans, maar ik kreeg koffie en de gastvrijheid is weer vanzelfsprekend voor deze mensen.

Er werd regelmatig een maaltijd voor mij klaargezet in het hotel en dan moest ik zorgen dat ik eerder aanschoof dan de ratten. Het is weer even wennen alle ratten om mij heen. De volgende ochtend vroeg naar boven gelopen, de berg Ramalan is met 2963 meter de hoogste berg van het eiland Timor. Boven op de berg staat een Mariabeeld en het uitzicht is natuurlijk geweldig. Vijftig kilometer naar het zuiden is de Timor Zee, en naar het noorden de Sawu Zee. Boven op de berg heb ik mijn zegen uitgesproken over het Timorese volk dat ze een beter leven gaan krijgen, deze mensen hebben genoeg geleden. Helaas zijn de verschillende VN medewerkers die ik gesproken heb nogal pessimistisch over de toekomst van dit land, het drijft volledig op de VN en een staatsstructuur komt niet van de grond.
Naar beneden gelopen, tas opgehaald en richting Maubisse lopen. Gelukkig passeerde onderweg weer een VN politieauto, dit keer met Nepalezen en zij namen mij mee naar Maubisse. Er zijn in Oost-Timor denk ik meer dan tien landen die VN politie leveren. In Maubisse stond reeds een Duitse VN medewerker met chauffeur te wachten die mij graag meenam naar Dili.

Een ander voordeel van de VN aanwezigheid is dat ik naar een doktor van de VN kon. De laatste dagen in Australie was ik tot de ontdekking gekomen dat een wormpje zich in mij genesteld had. Ik vind dat niet zo erg want ik lift ook wel eens met iemand mee maar ik wilde toch graag weer alleen verder. Ik heb een ontwormingskuurtje gekregen en alles is weer goed.

Oost-Timor heet in eigen land Timor Leste. Het zijn aardige en hele arme mensen, het grootste deel is katholiek, eigenlijk uit nood geboren omdat de Indonesiers een godsdienst van ze wilde horen omdat het anders waarschijnlijk communisten waren en daar hield Soeharto niet zo van. In de bergen is nog veel animisme, men spreekt naast Portugees veelal de eigen taal Tetum. Er zijn verschillende vluchtelingenkampen aan beide kanten van de grens en hier zijn nog veel spanningen. De laatste ronde burgeroorlog was twee jaar geleden met name in Dili. Ik heb van mijn hoteleigenaar zelfgemaakte foto's gezien van de straat voor zijn hotel en we mogen hopen dat dit ook echt de laatste ronde was. Er zijn echter nog veel rekeningen te vereffenen, daders zijn nooit berecht. In Dili staan tussen de koloniale gebouwen veel uitgebrande gebouwen en veel kampen met UNHCR tenten.

Nog een dagje gewacht in Dili en deze keer met de bus over de grens naar West-Timor, oftewel ik ben weer in Indonesie. Deze grens was twee jaar geleden een echte no-go area, er zijn hier verschillende VN-medewerkers gelyncht. De grens over gelopen en het gezeik begint meteen, iets wat ik niet gemist heb aan Indonesie. Tien mensen aan je shirt trekken met de mededeling dar er hier geen bus rijdt, u moet echt met de brommer gebracht worden. Ook een politieagent die de hele dag voor zijn kantoor niets doet wist zeker dat er geen bus is, achter zijn rug komt de bus reeds aanrijden en ik kan naar een havendorpje Atapupu vanwaar een boot naar eiland Alor zou varen. Zou, want de realiteit is weer zo ingewikkeld dat ik eerst naar de hoofdstad Kupang moet, dat is weer zes uur met de bus. In Kupang zou de volgende dag een boot naar Alor vertrekken maar de kapitein had heel erg buikpijn en de boot wilde maar niet vertrekken, na drie dagen voelde de kapitein zich weer wat beter en mocht ik de oninteressante stad Kupang verlaten richting Alor. De grootste attractie in Kupang zijn de bemo's, dat zijn de minibusjes die als openbaar vervoer dienen. In heel Indonesie maken ze er een feest van maar hier spannen ze de kroon. 's Avonds als kerstboom verlicht, allerlei claxons met melodietjes en indien je erin zit worden je trommelvliezen eruit geblazen door gabberhouse of andere baggermuziek door een luidspreker die reeds een kwart van de ruimte inneemt. Vooral leuk voor de opaatjes en omaatjes. Het enige voordeel van het lange wachten was dat ik voldoende tijd had om weer eens naar de kapper te gaan waaruit eens temeer blijkt dat ik ook maar gewoon een mens ben.

Twintig uur golven over een best ruige zee met een roestbak die scheef ligt om tegen de stroming in te varen. Regelmatig hoor je op de radio over een ongeluk met een Indonesische veerboot waarbij alle mensen die niet kunnen zwemmen zijn verzopen, dit is echter geen ongeluk, dit is het logisch gevolg van varen met dergelijke roestbakken.
Van Dili via Kupang naar Alor is hemelsbreed 60 kilometer en daar doe ik dus vier dagen over. Ik had mij voorgenomen efficient van eiland naar eiland te reizen maar dat was een beetje een domme gedachte. In Indonesie kun je niet efficient reizen.

Alor is een leuk eiland met wat traditionele dorpen. Op 17 augustus is het feest in Indonesie wegens onafhankelijkheidsdag. Soekarno riep de Proklomasi Indonesia uit 17 augustus 1945. Dit is een pijnlijk vergissing, het was pas 1949 dat Nederland Indonesie onafhankelijkheid schonk, de Indonesiers moeten zich wel aan de feiten houden. 's Ochtends werd onder het toeziend oog van veel corrupte notabelen, corrupte notabelen zijn herkenbaar aan hun dikke buik, de Indonesische vlag gehezen, het hele plein zong het Indonesisch volkslied. Dit was een duidelijke provocatie in mijn richting en ik heb dan ook luidkeels het Wilhelmus er doorheen gezongen. De rest van de dag maakten de Indonesiers weer veel goed door een lange optocht van mensen in klederdracht. Ook weer de onvermijdelijke dansmariekes, een merkwaardig wereldwijd fenomeen dat waar je ook komt in de wereld de meest begeerlijke meisjes uit het dorp zich in het zweet dansen waardoor ze er nog begeerlijker uitzien.
Ik ontmoette een man van het toeristenbureau in Kalabahi en wat hij op Alor deed begreep hij zelf ook niet want hier komen geen toeristen. Maar daardoor had hij de tijd mij een dag achterop de brommer rond het eiland te rijden. Hij schaamde zich mij te vertellen dat hij bang was voor de boottochten omdat hij niet kon zwemmen waarop ik hem in de middag op een strandje zwemles heb gegeven.

Op 21/8 kon ik een veerboot nemen naar het volgende eiland Pantar. Dit is een droog eiland met een paar kleine dorpjes waar de mensen weer helemaal door het dolle heen raken bij mijn aankomst. Het hele dorp loopt uit en iedereen komt weer om mij heen staan. Een hotel of restaurant is hier niet maar de kepala desa, de dorpsoudste regelt altijd wel een slaapplaats voor mij. Ik werd bij een familie ondergebracht waar het weer armoe troef was. Ik wil deze mensen niet bevreten wegens hun armoede maar ook gezien mijn gezondheid. 's Avonds wordt er een pan rijst op tafel gezet, bestek doet men in dit deel van de wereld niet aan dus we kunnen met de hele familie met de rechterhand uit de pan graaien, linkerhand is voor andere klussen. Uit valse bescheidenheid eet ik bijna niets omdat ik vooral bang ben dat ik meteen weer nieuwe wormpjes krijg. Ik vraag mij weleens af hoelang ik deze toestanden nog leuk blijf vinden. Gelukkig kan ik wat biscuits en water kopen en daarmee ga ik de vulkaan van het eiland Gunung Sirung beklimmen. Het probleem is dat de berg niet hoog is met 1372 meter waardoor het erg warm blijft, bovendien heeft men mij helemaal de verkeerde kant op gestuurd waardoor ik de hele dag moet lopen. Het uitzicht is mooi met de krater, het eiland en de overige eilanden op de achtergrond. Met ontzettende dorst kom ik beneden door een dorpje waar de mensen mij gelukkig een kokosnoot geven waarvan ik de melk kan drinken. Ze doen graag even voor waar deze eilanden tot vijftig jaar geleden om bekend stonden, het koppensnellen. Tijdens de fotosessie gingen ze met messen voor kelen poseren.

24/8 Ik vond het niet erg dat ik eindelijk met de veerboot naar het volgende eiland Lembata kon. Op dit eiland is het dorp Lamalera waar men een unieke manier van leven heeft. Het zijn walvisvaarders, zij vangen jaarlijks gemiddeld 25 walvissen en ik was in het hoogseizoen. Het dorp hangt vol met gedroogd walvisvlees en grote walvisbotten. De boten staan opgesteld langs het strand, de vangst gaat niet zonder risico middels harpoeneren met de hand. Omdat zij dit traditioneel doen en de aantallen klein zijn hoeven zij zich niet aan het internationale verbod op het jagen op deze walvissen te houden. In de zeventiger jaren vorige eeuw kwam een Noorse boot namens de VN ze leren hoe je veel meer walvissen kunt vangen. De mensen in het dorp geloven echter dat het gebied waarin zij jagen de walvissen naar toe worden gestuurd door hun voorouders. De Noorse boot ging daar buiten vissen en werd daarom weggestuurd. Indien de walvisvaarders een Japanse boot zien vissen die met hun kilometerslange netten hun zee leeg vist, concessie gekocht van corrupte politici, dan is het eerste wat ze doen de netten doorsnijden. Het zijn dus echt goede mensen. Ik ben er vier dagen gebleven maar heb geen walvis gezien. Wel manta's, dolfijnen en een haai. Na twee dagen kwam een filmploeg van de bbc om een mooie documentaire te maken over bijzondere culturen. Zij vroegen mij niet in beeld te lopen tijdens het filmen. Ik mocht echter met de walvisvaarders mee de derde dag en ik kan mij niet onzichtbaar maken. 's Ochtends vroeg irriteerden de bbc mensen mij al tijdens het filmen omdat de lokalen werd verteld wat ze moesten doen om het allemaal heel natuurlijk te laten lijken. Toen de boot over het strand de zee in werd geduwd kon ik mijzelf niet onzichtbaar maken dus de bbc-mensen begonnen te schreeuwen move, move, move, de wederzijdse irritatie bereikte een hoogtepunt en uit represaille ben ik gaan zwaaien in de camera. We gingen de zee op met de nodige rituelen en gebeden. De hele dag op zee geweest maar enkel achter een dolfijn aan gevaren die ook nog wist te ontkomen. 's Avonds vroegen de bbc-mensen mij of ik wist hoeveel dit alles kost, deze opmerking maakte mij nog gelukkiger want hieruit bleek dat ik weer een mooie bijdrage heb geleverd ter ondermijning van het grootkapitaal. Indien jullie een bbc documentaire over de walvisvaarders van Lamalera zien zwaai dan even terug.
De volgende dag wederom mee de zee op maar niets gevangen en dat is misschien maar goed ook, om een walvis een paar uur te zien doodgaan is niet zo'n heel fraai gezicht.

Ik had geen zin langer te wachten dus vertrok 31/8 met de boot naar het eiland Flores. Via Larantuka naar Maumere en de volgende dag naar een hele mooie vulkaan Kelimutu. Maumere is in 1992 getroffen door een aarbeving en daaropvolgend een tsunami van 20 meter. Kelimutu bestaat uit drie vulkaanmeren die van kleur verschillen en regelamtig van kleur veranderen.
Indonesie is het mooiste land dat ik gezien heb en Flores is het mooiste eiland van Indonesie, het is hier onstellend mooi met steile bergen, het eiland is smal dus vaak duikt de zee weer ergens op en een rij van vulkanen met rijstveldterrassen op de vruchtbare vulkaangrond.
3/9 In de laadbak van een vrachtauto naar Ende meegereden en vanaf hier ga ik indien het niet te lang duurt een boot naar het eiland Sumba nemen.



Alle lieve mensen, de oplettende luisteraar heeft reeds in de gaten dat ik mijn horloge weer achteruit draai in plaats van vooruit. De nog oplettender luisteraar concludeert dan dat ik weer onderweg naar huis ben, dat is een voorbarige conclusie.

Er is iets verschrikkelijks gebeurd, een fotowinkel in Maumere heeft toen ik mijn foto's op een cd wilde laten branden mijn geheugenkaartje gemold. Mijn foto's van het Kakadu park in Australie zijn weg, evenals de foto's van Oost- en West-Timor. Vooral de foto's van Oost-Timor vind ik doodzonde en om mijn boosheid te kanaliseren ga ik zometeen even een oud omaatje in elkaar trimmen. De foto's beginnen weer vanaf de laatste dag op het eiland Alor.

Vandaag is het eindelijk weer eens wasdag, ik heb het stinken inmiddels tot kunst verheven, ik vraag me weleens af hoe het mogelijk is dat de mensen in de dorpen nog zo enthousiast reageren op mijn verschijnen. Waarschijnlijk naar Sumba en daarna via Sulawesi naar Bangkok om papieren te regelen, ik denk dat ik Singapore ga overslaan.


groet

  • 06 Oktober 2008 - 15:17

    Eline :

    Hoi Frank,

    De verhalen die je in Melbourne vertelde waren al leuk en nu ik weer thuis ben lees ik ook even de rest. Super! Ik zie al uit naar de bbc documentaire...

    Veel plezier nog!
    Groet, Eline

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Frank

Wij leven allemaal onder dezelfde hemel, maar een ieder heeft een andere horizon. my email: frankm456@gmail.com

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 1142
Totaal aantal bezoekers 143714

Voorgaande reizen:

14 Maart 2007 - 14 Maart 2020

De moeder aller reizen.

Landen bezocht: