Terug in de beschaving
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg Frank
30 Augustus 2007 | China, Peking
Ik ben in de bakermat van de Chinese beschaving, Xian. Xian is ouder dan Rome. Maar dat niet alleen, na ruim drie maanden, sinds Ekaterinburg, eindelijk weer een teken van westerse beschaving, een McDonalds. De barbarij is achter mij, het communisme is gevallen door bureaucratie, het kapitalisme komt ten val door decadentie.
9/8 Kashgar. Vanuit Sary Tash naar de Chinese grens gelift. Sary Tash is een mooi dorpje tegen de Pamir bergen waar een ezel mij de halve nacht heeft wakker gehouden. Het is slechts 78 km tot de grens maar de vrachtwagen deed hier vier uur over. De weg is zo ontzettend slecht dat je het nauwelijks een weg kunt noemen, maar wel prachtig uitzicht over het Pamir gebergte, bergtoppen tot 7 km. Tijdens het bandwisselen een adelaar laag over zien vliegen, ik heb hem op de foto.
De grensovergang is de Irkeshtam pas. Vijf controles aan de grens, eerst een militaire, daarna douane, nogmaals militair en daarna de grens over lopen. Aan Chinese zijde is mijn tas helemaal leeggehaald en moest ik allerlei formulieren invullen over mijn reisdoel en ondertekenen wat ik allemaal niet mocht. Maar de weg was ineens goed, dit was het eerste contrast met Centraal Azie. Even later zelfs een tolsnelweg. Vanaf de grens een gedeelde taxi genomen. Na twee uur rijden ging het dan gebeuren, we gingen eten, en eten doet men in China met stokjes. Ik kreeg weliswaar een instructie maar rijst met stokjes dus het hele restaurant had veel plezier.
Kashgar is een leuk stadje in de provincie Xinjang, hier wonen Oeigoeren. Een Turks-etnisch volk en islamitisch. Er leeft veel seperatisme en de Chinese staat gebruikt de knoet en propaganda om het moreel er in te houden. Bij de Id Kah moskee staat een bord hoe blij de Oeigoeren zijn om bij China te horen. Het heeft ook wel een aantal voordelen. Ondanks dat er veel armoede is is de levensstandaard natuurlijk veel hoger. De staat functioneert hier, opvallend goede wegen, redelijk rustig verkeer en de stad ziet er modern uit. Dit is allemaal een groot verschil met Centraal Azie. Chinezen zijn bovendien te vertrouwen en je hoeft de politie niet te vermijden, en dat is erg prettig. Kyrgiezen waren overigens ook te vertrouwen.
Kashgar heeft een mooie oude binnenstad waar ik vooral de kaartverkoper moest vermijden. In China heeft men het idee bedacht dat in een bezienswaardig gedeelte van de stad een kaartjesverkoper moet rondlopen, zo zijn we natuurlijk niet getrouwd en het kat- en muisspel met een tierend Chineesje is een extra attractie. Kashgar was een belangrijke zijderoutestad tussen Xian en Centraal Azie, maar er waren ook vertakkingen naar Pakistan en het noorden.
Op zondag naar de veemarkt geweest, een voetbalveld vol schapen. Alle andere dieren ook weer aanwezig, testrijden met paarden, wat een wondere wereld.
In Kashgar nog lang getwijfeld of ik direct naar Tibet zou gaan of naar Beijing maar de Chinese staat hielp mij een handje want Tibet was afgesloten wegens protesten in Nepal.
14/8 Hotan. Met de ligbus 's nachts door de Taklamakanwoestijn naar Hotan gereden. Hotan is het centrum van de productie van jade. Een schaarse steensoort en ik ben naar een slijperij geweest. Tevens een weverij bezocht voor tapijten. Slavenwerk, elk draadje wordt handmatig geknoopt. Ook nog een fabriekje voor zijde bezocht. Fototoestel vergeten maar ik was zonder al voldoende toerist.
15/8 Urumqi. 24 Uur met de ligbus dwars door de Taklamakan woestijn naar Urumqi. Ligbus is comfortabel reizen alleen Chinezen zijn veel kleiner. Ik schrok hoe modern Urumqi is, deze stad ligt het verst van een oceaan verwijderd in de wereld en heeft bijna drie miljoen inwoners. De stad is westers en er is veel welvaart en veel zichtbare armoede. De meeste armoede is natuurlijk onzichtbaar. In Chinese steden lijkt het vaak bewolkt maar meestal is het vervuiling waardoor je de zon niet kunt zien. Zelfs bij bewolking heb ik een zonnebril op wegens prikkende ogen.
17/8 Dunhuang. Met de trein naar Dunhuang, de hele nacht zitten tussen stinkende en boerende Chinezen. Volgende ochtend nog een paar uur met de bus. In de buurt van Dunhuang zijn de Mogao grotten. Dit is wederom een van de meest spectaculaire relegieuze plaatsen die ik ooit gezien heb. Voor Boeddhisten is dit een van de belangrijkste heilige plekken op aarde. In een bergwand zijn over een lengte van 1700 meter bijna 700 grotten gehakt die men beschilderd heeft en vol staan met Boeddhabeelden. Men is in 366 na Chr. hiermee begonnen en op het hoogtepunt leefden hier 1400 monniken in achttien kloosters. Het grootste beeld is ongeveer 25 meter hoog. Dit werd gefinancierd door voorbijtrekkende handelaren van de zijderoute. Helaas was foto's nemen strikt verboden dus ik ben de enige getuige, en dat is eigenlijk maar goed ook anders wordt het jullie te makkelijk gemaakt.
Volgende dag nog even in de woestijn gelopen. Het hotel was nogal druk want het bleek tevens een bordeel te zijn. Dit bleek mij toen de politie binnen kwam vallen, misschien om hun deel van de opbrengst te halen.
19/8 Jiayuguan. Met de bus naar Jiayuguan. Ik blijf mij verbazen over de goede wegen in China, een keurige snelweg. Alleen Chinezen hebben het systeem van een snelweg nog niet helemaal begrepen. Op dit stuk weer vier spookrijders, ik begrijp daar helemaal niets van maar aangezien ik de enige ben die het niet begrijpt is het dus normaal in China. In Jiayuguan is het meest westelijke fort van China gebouwd in 1372. Dit fort werd beschouwd als het laatste zekere machtsgebied naar het westen en als toegangspoort naar het wilde westen. Het ligt tussen twee bergkammen en derhalve passeerde al het (handels)verkeer hier. Tevens is hier het einde of begin van de Chinese muur. Op de foto zal ik dat aangeven.
Wel kennis gemaakt met een grote ergernis. China heeft de toeristenindustrie ontdekt. Dus historische plekken worden in het beste geval volledig gerestaureerd en in het slechtste geval volledig gerecontrueerd. Het fort was nog redelijk authentiek en het laatste deel van de muur naar het westen eveneens. Maar een gedeelte van de muur naar het oosten was volledig nieuw opgebouwd. En ze doen ook geen moeite dit te verbloemen, er worden moderne bakstenen gebruikt en het ziet er nieuw uit waardoor het Disney World is.
Indien je een museum bezoekt moet je goed geinformeerd zijn want de kwaliteit is slecht en er ligt een patriottisch sausje over heen. Naast het fort is een museum over de Chinese muur. Men informeert hier over een lengte van 25.000 km, even later over een lengte van 10.000 km. terwijl de werkelijkheid een muur is van 5.000 km. Er wordt melding gemaakt dat de muur een voorbeeld is van de Chinese eenheid en doorzettingsvermogen terwijl het slavenarbeid was. Evenals de reconstructie tegenwoordig.
Tevens zetten ze overal een hek omheen en vragen dan gepeperde toegansprijzen wat mij er toe noodzaakt uit rechtvaardigheidsoverwegingen over de muur of er onderdoor te klimmen. Dit brengt mij dan regelmatig in conflict met de dienstdoende autoriteiten, erg grappig zo'n tierend Chineesje dat komt aangehold en mij aan mijn shirt trekkend naar buiten duwt. Maar vermoeiend is het wel want dan moet ik opnieuw klimmen. In de oude binnenstad van Kashgar tot drie keer toe door hetzelfde mannetje naar buiten geduwd, hij was helemaal overspannen. De volgende ochtend probeerde ik het opnieuw maar de dienstklopper stond alweer uit zijn dak te gaan bij mijn aanblik.
De Chinese Muur: een lengte van 5000 km! Vanaf de provincie Loaning tot Jiayuguan in de Gobi woestijn. De bouw is begonnen tijdens de Qin dynastie (221-207 voor Christus). Het begon als een muur tussen ommuurde steden. Het had als doel de barbaren uit het noorden, Mongoolse stammen, tegen te houden. Het is nooit een aaneengesloten muur geweest van 5000 km maar losse delen, soms zelfs achter elkaar. Delen bestaan uit een muur met wachttorens maar sommige delen zijn meer dan een aarden muur. Het heeft nooit echt als verdediging gefunctioneerd waar het voor gebouwd is, maar wel als verbindingsweg en communicatiemiddel. Het heeft bijgedragen aan de eenheid van China. Er zijn natuurlijk periodes van verval en van nieuwe constructie geweest. De redding van de muur is het toerisme. Ik ben geen toerist, ik ben reiziger.
Ik hoop echt dat jullie ook een beetje je huiswerk doen en zelf wat lezen, dit is geen historische site. Dus vanavond een keer geen Gouden Kooi maar ga eens wat lezen. Niet dat ik iets tegen de Gouden Kooi heb maar het heeft zo weinig diepgang. Deze bladzijde kost me echt te veel tijd.
22/8 Xiahe. In Jiayuguan verplicht een dag extra overnacht want toen mijn bus naar Lanzhou vertrok was de bagageafdeling reeds gesloten, meteen buskaartje waardeloos geworden. Vanuit Lanzhou meteen de bus naar Xiahe genomen, nog even een menigte een man in elkaar zien slaan omdat hij geloof ik een zakkenroller was.
Xiahe is de leukste plaats die ik tot dusver op mijn reis heb bezocht. Het religieuze centrum is het Labrang klooster, gesticht in 1706 en voor Tibetaanse Boeddhisten is dit een van de zes heilige plaatsen. Na Lhasa is dit het belangrijkste pelgrimsoord. Het ligt weliswaar ver buiten Tibet maar wordt grotendeels bewoond door Tibetanen. Rond het klooster is een pelgrimsroute van drie kilometer met gebedsrollen. Er zijn maar liefst 1178 gebedsrollen. Een pelgrim draait aan elk gebedsrol en stuurt daarmee een gebed de lucht in, een efficiente manier van bidden dus. Ik heb een rondleiding in de verschillende tempels gehad waar fotograferen wederom verboden was maar echt indrukwekkend. Ik ben tegen religie maar ik kan mij voorstellen dat een mens hier religieus van wordt. De sfeer in een tempel is heel apart, prachtige metershoge Boeddhabeelden, een bijzondere geur door brandend jakboter en prachtige verhalen. Er zijn zes instituten voor studie waarvan geneeskunde en filosofie het belangrijkst zijn. Vooral het instituut voor filosofie was heel indrukwekkend, een grote hal voor 1000 monniken, donker en vol met beelden. Er leven momenteel ongeveer 1400 monniken in het klooster en er lopen veel meestal oude pelgrims rond het klooster. Mijn hotel was naast het klooster en vanaf het dak kon ik het hele complex overzien.
25/8 Lanzhou. Terug naar Lanzhou, meest vervuilde stad ter wereld met drie miljoen inwoners. In China zijn zes van tien meest vervuilde steden ter wereld. Bij aankomst stormde het en ik denk dat het iets van een zandstorm was want ik kon het einde van de straat niet meer zien. Lanzhou ligt aan de Gele Rivier (Huang He), veel regen en naar een Taoistische tempel geweest. Mooie tempel met oude mannetjes. Fotogrageren van de beelden is dus verboden. Men verbrandt hier onder andere nepgeld wat je bij de ingang kunt kopen. Dat vind ik een beetje makkelijk. Langs de rivier gaven verschillende ouderen prachtige concerten met hun muziekgroepjes.
27/8 Xian. 's Nachts in de trein naar Xian twaalf uur moeten staan omdat er geen normaal kaartje beschikbaar was. Het zware leven van een reiziger.
Xian is de bakermat van de Chinese beschaving. En zoals jullie weten zijn er vijf klassieke beschavingen waarvan dit er dus een is. Xian is ouder dan Rome.
Xian wordt beschouwd als de laatste en meest oostelijke stad van de zijderoute. Hier eindigden de kamelen en handelaren hun tocht en brachten exotische goederen uit Centraal Azie, het Midden Oosten en Europa. Tevens brachten ze islamitische en boeddhistische religie en wetenschap uit het westen. Er is hier zoveel te bezoeken dat je keuzes moet maken. 40 Kilometer buiten de stad is het leger van Terracotta soldaten. Meer dan 2000 jaar oud en pas in 1974 weer ontdekt. Bij de grootste opgraving zijn tot dusver 2000 soldaten blootgelegd maar men verwacht dat alleen dit leger uit 6000 soldaten bestaat. Er zijn nog meer legers ontdekt en men vermoedt dat er nog velen niet ontdekt zijn. Het fantastische is dat de soldatenbeelden allemaal van elkaar verschillen, geen beeld of gezicht is hetzelfde. Ze staan in gevechtsorde. De legers zijn gebouwd rond de tombe van Qin Shi Huang om het te bewaken. Qin Shi Huang is ook de bouw van de muur begonnen.
De tombe zelf van Qin Shi Huang is dan weer een teleurstelling, voor vier euro mag je een heuvel oplopen waaronder de tombe ligt en voor het overige oneindig veel souvenirwinkeltjes.
Xian is ommuurd door een grotendeels nog intacte stadsmuur van bijna 14 km. De stad heeft een paar pagoda's, mooie moskee in de mooie moslimbuurt en twee torens in het centrum, en nog veel meer. Er leven 6,5 miljoen mensen.
Ik vind Chinezen aardige mensen maar na vele uren in de bus en trein heb ik zo af en toe een beetje genoeg van ze. De stinkende, rochelende, boerende, peuterende en noem maar op Chinezen is soms wel even genoeg. In de trein duwde een vrouwtje mijn benen opzij om haar stinkvoeten tegen mij aan te leggen. Indien ik in de trein of bus heb besloten er een te vermoorden zijn ze echter altijd weer zo aardig dat ik er maar van af zie.
Een aantal gewoontes van ze is echt even wennen. Ten eerste natuurlijk het rochelen. Eerst heel diep uit de keel schrapen en dan de rochel uitspugen, desnoods naast je in het restaurant. Ook het poepen is werkelijk een groot feest. Indien je moet hoef je alleen even op de stank af te gaan om een toilet te vinden en dan je adem goed inhouden. Indien je geluk hebt zit er nog een muur tussen maar een deur is sowieso niet aan de orde. Soms zit je gewoon naast elkaar voor een goot. Zit je dus gezellig publiek naast een Chinees gehurkt te draaien. Toiletpapier is natuurlijk een volledig overbodige luxe dus de rest van de dag glijbillen.
Dan kunnen Chinezen heel goed staren alsof ik een buitenaards wezen ben. In de busterminal in Kashgar staarden dertig mensen onafgebroken naar mij. Wat ik wel weer een leuke eigenschap van ze vind is dat ze graag een foto van mij willen maken. Dagelijks zijn er mensen die met mij willen poseren, soms met de hele familie erbij. Ik heb wel met twintig mensen om mij heen geposeerd, ik hoor echt bij de familie.
En in China is het eten erg lekker en goedkoop. En dat zijn toch de twee kernwaarden van mijn bestaan. De taalbarriere is groot, Chinezen spreken geen Engels.
In 1992 meldde Deng Xiaoping dat rijk worden glorieus is en dat hoefde hij geen twee keer te zeggen, dit land is razendsnel aan het veranderen.. Er is welvaart, maar ook veel zichtbare armoede en de meeste armoede is onzichtbaar in de fabrieken. En er staat nog een miljard slaven te wachten om mee te mogen doen. Wat Japan honderd jaar geleden deed, in dertig jaar welvarend en ontwikkeld worden doet China nu. Maar dan de factor tien keer zo groot dus China wordt de nieuwe wereldmacht. Het Westen heeft de slavenarbeid en de milieuvervuiling simpelweg verplaatst naar de fabriek China, dat de wereld daarmee tegen een ecologische muur aan loopt zat er toch wel aan te komen alleen China bespoedigt dit. In de steden staan al veel wolkenkrabbers en er zijn veel in aanbouw,
Alle lieve mensen, over tien dagen ben ik in Beijing, de afstand tussen u en mij wordt steeds groter, niet alleen fysiek maar vooral ook geestelijk. Dat is niet erg, we begrepen elkaar sowieso al moeilijk.
Ik heb ook nog foto's bij het vorige bericht geplaatst. Helaas, en dat is echt jammer heb ik nooit foto's van de Fransen gekregen en derhalve maar weinig foto's van de eerste bergtocht. Van de overige meer.
Vaarwel
-
12 September 2007 - 07:41
Jaakko / Helsinki:
Shit Frank, that is some serious travelling! Did you buy one of those mules in Kashkar?
Take care, hope you are well. You won't miss much in football since Ajax plays shitty season again.
By the way, we are getting second child in February. Send me a postcard.
Jaakko Haikonen
Rantakartanontie 1 A 1
00910 Helsinki, Finland
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley