An der Nase eines Mannes erkennt man sein Johannes - Reisverslag uit Jayapura, Indonesië van Frank Mensink - WaarBenJij.nu An der Nase eines Mannes erkennt man sein Johannes - Reisverslag uit Jayapura, Indonesië van Frank Mensink - WaarBenJij.nu

An der Nase eines Mannes erkennt man sein Johannes

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg Frank

21 April 2008 | Indonesië, Jayapura

Alle lieve mensen,

Wat is Papua exotisch, de heren in peniskoker ben ik inmiddels aan gewend maar de Papuaanse cultuur blijft mij verbazen. Hun markante, machtige en exotische koppen, laat de Papuaan eeuwig bestaan.

2/4 Jayapura. Veilig teruggekeerd naar Indonesie, meteen richting vliegveld naast het Sentani Meer om een vlucht te regelen richting Mulia. Ik heb reeds eerder gemeld dat het organisatietalent van Indonesiers niet zo groot is, maar soms overdrijven ze. Er vertrekken zo'n vijf vluchten per dag vanaf het vliegveld en nog weet men er een chaos van te maken.
Omdat een vliegveld strategisch is wordt het bemand door Indonesiers. Toen ik 's ochtends aankwam moest ik de man achter het loket wakker maken voor een ticket. Dit was nog niet mogelijk en ik mocht later terugkomen. Echter bij terugkeer was de vlucht uitverkocht. Kan gebeuren, er zijn twee vluchten per dag en met de middagvlucht kon ik mee. Ik had reeds een ticket gekocht maar 's middags bleek ook dit vliegtuig vol te zijn. Ik kreeg mijn geld terug en mij werd verzekerd dat ik de volgende morgen met een vrachtvlucht meekon. Dus de volgende ochtend meld ik mij weer vroeg en na hetzelfde mannetje weer wakker gemaakt te hebben kon ik een nieuw kaartje kopen. Mijn tas werd reeds overgenomen en ik dacht dat het toch echt ging gebeuren. Ik mocht naast het kantoortje wachten.
Het vliegtuig landde en ik werd steeds enthousiaster en vroeg de man of ik reeds naar het vliegtuig moest, maar ook na herhaaldelijk vragen werd ik verzocht te wachten. Toen zag ik dat de motoren werden gestart en werd een beetje nerveus, de man ging maar eens walkietalkien, er kwam een vrouw enigszins paniekerig aan, en jawel, het was weer te laat want het vliegtuig was reeds aan het taxien. Dan probeer ik echt vriendelijk te blijven, maar vroeg naar mijn tas en natuurlijk, die was wel aan boord. En toen was ik niet meer vriendelijk, met name door de zekerheid dat ik mijn tas in dit land nooit meer terug zal vinden.
Ik kon met de middagvlucht mee. Toen dit vliegtuig arriveerde ben ik zonder vragen er naartoe gelopen en even later aan boord gegaan. En verdomd, bij aankomst in Mulia stond mijn tas keurig in het kantoortje te wachten. Ik mag de Indonesiers echt graag.

De vlucht was natuurlijk prachtig, een uurtje over bergkammen met enkel jungle, geen wegen of huizen. De landing in een vallei tussen bergtoppen van bijna 5000 meter. Papua is ongerept.

In Mulia ben ik in de andere wereld aangekomen. De eerste peniskokers en grote belangstelling bij aankomst. Dat mensen in deze vallei wonen werd in 1938 ontdekt. Nederland begon het eerste contact te leggen in 1954, hoe verder je van het vliegveld weggaat des te traditioneler en onaangetaster de mensen leven. Ik zou zeggen volledig onaangetast.

Ik ben begonnen met dagelijkse wandeltochten door de vallei, je ogen vallen soms uit je kassen wat je ziet. Men heeft hier in verschillende dorpen mummies van overledenen van eeuwen geleden. Vrouwen lopen regelmatig met ontbloot bovenlijf en mannen natuurlijk met peniskokers. De vorm en de grootte wordt bepaald door de stam en de vallei waartoe men behoort. Lopen in een peniskoker is eigenlijk naaktloperij, behalve de koker draagt men misschien een veer en wat kralen dus vanachter zie je blote billen. Vrouwen dragen een tas op hun rug dat over hun hoofd hangt. Daar wordt alles in vervoerd, regelmatig hoor je wat gebrul en hangt er dus een baby in.

Tijdens de wandeltochten voelde ik mij veiliger dan tijdens de eerdere tochten in de buurt van Manokwari. De mensen bij Manokwari waren veel gereserveerder dan hier. Iedereen wil mij langdurig de hand schudden en kijkt me indringend aan. Prachtige mensen met veren op hun hoofd.

Op 7 april was er een demonstratie in het grootste dorp Wamena, er liepen een paar honderd mannen met pijl en bogen en heel veel speren tien meter heen en weer. Ze schreeuwen regelmatig oeh, oeh. Je kunt dit primitief noemen, misschien hoogstaande cultuur. Ik heb daar geen verstand van maar vind het prachtig. De Papuanen met hun krijgshaftige markante koppen met hun wapens en daaromheen 20-jarige Indonesische jochies met hun mitrilleurs zwaaiend. Ik word hier echt doodziek van, Papua heeft een hoog Birma-gehalte.
Ik wilde een foto maken maar wordt meteen door de sukkeltjes gemaand hiermee te stoppen. Indonesie heeft veel geld voor het leger maar de enorme armoede is niet interessant voor het gajes, het bekende verhaal.

9 April, op mijn moeders verjaardag werd het tijd voor de moeder aller wandeltochten. Medereizigers heb ik hier niet gevonden en gidsen vragen exorbitante prijzen, bovendien is alleen lopen veel leuker, alleen de weg vinden via dorpsbewoners, alleen een dorpje inlopen blijft fantastisch, niemand die iets kan regelen of vertalen en zelf contact leggen met schrikkende dorpsbewoners. Een tocht van acht dagen over de bergen en door de jungle langs veel dorpjes. Ik had een redelijke kaart en mijn compas, een Japanse bioloog heeft mij de weg uitgelegd.

Dag 1 was een makkie, vier uur lopen naar een dorp waarvan ik wist dat er een overnachtingsplaats was in het huis van missionarissen. Missionarissen zelf zijn er al lang niet meer, maar wel hun kerkjes en wat onderkomens. 's Avonds in het donker zwijgend gegeten met twee mannen. Wat weer irritant is dat het Indonesische leger hier onderweg nog contoleposten heeft en jochies met hun mitrilleurs stoer staan te zwaaien. Ze willen dan mijn vergunning zien en vragen om geld waar ze geen enkele reden toe hebben, ik geef ze dus geen geld en dan gaan ze stoer doen, een militair haalt echt de trekker niet over indien ik hem weiger geld te geven of mij te laten fouilleren, de zielige stakkers. Voor mij is dit tijdelijk, voor Papuanen dagelijkse realiteit. Iets verder zijn er geen controleposten meer en heeft de Indonesische overheid geen invloed.

Dag 2 werd langdurig lopen, het probleem is dat ik natuurlijk veel gewicht te dragen had door al het eten in mijn tas. Water haal ik uit de bergen en zuiver ik met iodine. Ik rekende erop onderweg geen eten te kunnen krijgen. Tien uur lang lopen door prachtige bergen met mooie dorpjes. Sommige kinderen raken in paniek als ze me zien. 's Middags om vier uur een dorp in gelopen waar ik een overnachtingsplaats bij de leraar kreeg aangeboden. Een houten bed maar wel droog want het regent veel 's nachts.

Dag 3 werd heftig, de jungle in, door modderbaden van een halve meter. Over dikke boomstammen boven woest kolkende rivieren. De berg omhoog moeten klimmen door een rivier. Het probleem met rivieren is dat je het pad niet meer ziet en de weg kunt kwijtraken. 's Middags om vier uur begon het hard te regenen en ik heb mijn onderkomen opgebouwd naast het water. Ik had van de Japanner een stuk plastic meegekregen maar dat hield de regen niet echt buiten.

Dag 4 alles nat ingepakt en verder lopen, onderweg kom ik Papuanen tegen die mij kunnen vertellen dat ik op de juiste weg ben maar ik kan ze onmogelijk bijhouden dus moet weer alleen verder. Deze mensen wordt het lopen met de paplepel ingegoten, ze lopen op blote voeten, ongelofelijk snel en over boomstammen te balanceren waarover ik moet kruipen. Over de hoogste pas van 3600 meter, even later een moerasgebied met modder tot boven de knieen en door rivieren boven mijn middel. Toen werd het mistig en ik was het pad allang kwijt. Ik ben twee uur teruggelopen naar de berg en het werd weer tijd om te overnachten. Dit was een nare nacht, in de stromende regen lag ik in het plastic door en door nat en koud te worden. Misschien zal menigeen nu denken je doet het jezelf toch allemaal aan maar dat is natuurlijk niet helemaal waar, ik doe dit ook voor jullie, stelletje welvaartskinderen.

Dag 5. 's Ochtend na een uurtje het pad teruggevonden bij de berg en gewacht op voorbijgangers. Dat kan lang duren want ik trof twee of drie groepjes Papuanen per dag maar al na een half uurtje kwam er een groepje jonge mannen aan. Ik vroeg of ik mee mocht lopen en we gingen weer het moeras in. Ik ging kapot, probeerde ze bij te houden, viel in de modder enz. Het werd weer mistig en begon me echt zorgen te maken. Toen heb ik heel genant met geld staan zwaaien om te vragen of ze mij wilden meenemen, dus tempo te minderen. Dit wiegerden ze en liepen stevig door, ik raakte ze ongeveer kwijt toen ik de laatste een berg op zag klimmen en dat was mijn redding want dat was weer het pad die ik anders nooit gevonden had. Ik ging klimmen, was ze meteen helemaal kwijt en het werd heel heftig klimmen, echt aan rotspunten hangen. Eerst twee uur naar boven en daarna naar beneden. Dit was zelfs voor een Kyrgizie-veteraan heel veel. Maar tijdens de afdaling verbeterde het weer en zag ik in een vallei het volgende dorp. Ik haalde het dorp niet meer, moest weer buiten slapen in mijn volledig natte slaapzak maar wist dat ik op de goede weg was. De nacht regende het niet dus ik begon er weer moed in te krijgen.

Dag 6 was weer zwaar klimmen naar beneden, een paar keer mijn tas naar beneden gegooid om veiliger te kunnen klimmen. Het pad splitste weer een paar keer en ik was bang de weg weer kwijt te raken vooral omdat door de diepe modder er geen pad meer zichtbaar was. Er kwamen vier jochies aangelopen, zij hebben zonder te vragen al mijn spullen overgenomen en wezen mij de weg naar het dorp.
In dit dorp krijg je weer de taferelen van bange kinderen, enthousiaste kinderen maar dit keer ook vrouwen die bang voor mij zijn. Dan staan ze om de hoek van het huis naar mij te kijken en indien ik ze aankijk hollen ze weg. Ik kreeg wel snel een slaapplaats aangeboden en het was stralend weer dus kon alles op het grasveld te drogen leggen.
Er kwamen twintig kinderen om mij heen zitten en staren dan onafgebroken naar mij, indien ik niet was opgestaan hadden we er nu nog gezeten. De mannen lopen meestal in peniskokers, hier soms zelfs kinderen in peniskokers, ontblote vrouwen en allemaal in hutjes wonend.
Een meisje was niet bang voor mij en kwam de hele tijd naast mij zitten. Ze kwam mij regelmatig een aardappel brengen en door mijn enorme honger was ik dankbaar.
De fotosessie leidt natuurlijk weer tot groot enthousiasme.
Ik wil in de dorpjes nooit om eten vragen want er lopen kinderen met hongerbuikjes rond, indien ik mensen om eten vraag tegen geld ben ik bang dat de kinderen met honger naar bed gaan om wat geld te verdienen.

Nu het mooiste verhaal van mijn tocht. Laat in de middag moest ik poepen. Met twintig mensen om mij heen is het moeilijk met gebaren duidelijk te maken dat ik het poephuis zoek, ik besloot dus het bos in te lopen maar zoals gebruikelijk tien kinderen achter mij aan. Ik probeerde ze duidelijk te maken dat ik dit wel alleen aankon maar dat was aan dovemansoren gericht dus ik zocht een struik uit waarachter ik ging draaien. Regelmatig kwam er een kind even meekijken. Na gedane zaken wilde ik weglopen maar de kinderen stoven naar mijn drol en stonden met zijn tienen voorovergebogen mijn drol te bekijken om te controleren of ik wel een normaal mens ben met een normale behoefte. Leve Papua.

Mensen in deze dorpen leven volledig zelfvoorzienend, ook voor hun is het dagen lopen voor een pak boter. Toen ik in bed lag kon ik door de spleten het dorp in kijken en zag ik de deuropeningen van de hutten oplichten door de vuurtjes in de hutten.

's Ochtends bij vertrek kwamen verschillende mensen mij ontzettend lief een aardappel brengen. Een aardappel betekent voor deze mensen nog werken, in Nederland betekent een aardappel kopen marketing. Het verschil tussen arme en rijke mensen is dat deze mensen nog weten wat samenleven is. Dat is geen romantisch geleuter want het leven is hier niet makkelijk maar moeilijk, maar door de rijkdom zijn veel mensen in het Westen enorm verarmd. Je hoeft geen socioloog te zijn om dat te zien, dat zie je meteen.

Dag 7 was weer langdurig en in hoog tempo lopen maar vroeg in de middag was ik al in de laatste vallei vanwaar ik het eindpunt zag liggen. Onderweg kroop ik over een boomstam die afbrak en lag omgekeerd in de modder, door mijn rugtas de grootste moeite er weer uit te komen. Het laatste half uur voor het donker werd begonnen de mensen aan beide kanten door de hele vallei te schreeuwen, oei, oei. Dit was het fascinerendste schouwspel dat ik het afgelopen jaar heb meegemaakt, hier reis ik voor.

Gelukkig passeerde ik een dorpje toen het schemerig werd waar ik meteen onderdak kreeg aangeboden en dat was heel goed want even later hoosde het weer de nacht in. Er stond weer een grote groep mensen in de deuropening langdurig de regen te trotseren om naar mij te kunnen staren.

In deze vallei maken de mannen het werkelijk bont, behalve een peniskoker loopt men ook nog met een rok van hoepels. Het uitzicht over de vallei en de verschillende dorpjes is het beste van allemaal. De mensen in deze vallei waren tot 1970 kannibalen, helaas niet meer want ik had best een kuitje willen proberen maar wel veiliger om niet in de koekenpan te kunnen verdwijnen.

De volgende dag was het nog twee uur lopen naar het laatste dorpje Angguruk, vanaf hier vliegt regelmatig een vliegtuigje van missionarissen terug naar Wamena. Helaas arriveerde dit vliegtuig toevallig een uur later al, ik vroeg de piloot wanneer het volgende vliegtuig zou komen en hij vertelde op zijn vroegst een week later en misschien pas de volgende maand, ik ben dus ingestapt mede omdat het eten op was. De man ging voor het opstijgen hardop bidden en dat was geen overbodige luxe. Een vliegtuigje op een landingsbaan van gras tegen de bergwand op en meteen steil omhoog de bergen over. Indien je vliegangst wilt krijgen moet je hiermee vliegen. Na over de eerste bergkam gevlogen te zijn landden we acht minuten later weer, hier stonden de mannen in peniskokers naast de landingsbaan en toen terug naar Wamena.

Vermoeid, vervuild, vermagerd en met kapotte handen terug in Wamena, maar deze ervaring vergeet ik nooit meer. De komende tijd ga ik stevig bijvoederen. Ik maakte een foto van mezelf en zag mijn gezicht in het schermpje, wekenlang geen spiegel gezien natuurlijk, ik wist niet dat ik er zo verwilderd uit kon zien, vandaar dat sommige kinderen in paniek raakten.

Indien ik vanuit Angguruk nog twee weken naar het zuiden verder was gelopen kom je in het dorpje Dekai. Ten zuiden van Dekai is een groot gebied de Korowai, ik schat ongeveer de helft van Nederland. De mensen die hier wonen staan nog daadwerkelijk vijandig tegenover indringers. Missionarissen hebben lang geleden dorpen gebouwd aan de grens van het gebied om de mensen de jungle uit te lokken maar dat is tot op heden simpelweg niet gelukt. Hier is de kans echt groot dat je vermoord wordt en dan, jawel, word je opgevroten, hier bestaat nog kannibalisme. Ik ga hier niet naar toe, niet omdat ik bang ben, dat absoluut niet, maar ik vind het zeer onbeleefd om zo met je gasten om te gaan. Maar het is toch fantastisch dat zoiets nog bestaat in deze wereld.

Voor antropologen is Papua het walhalla. Er zijn hier verhoudingsgewijs onwaarschijnlijk veel talen op het aantal mensen. Door de geisoleerdheid zijn de verschillen tussen de stammen groot. Doordat veel stammen zo geisoleerd leven en nog steeds geen contact met de buitenwereld hebben is er over deze mensen heel weinig bekend. Het grappige is dat deze mensen evolutionair nog op de heenweg zijn terwijl de mensen in Nederland evolutionair alweer op de terugweg zijn getuige de populariteit van de pvv.

Voordat ik in Papua aankwam wist ik niet dat er op aarde nog mensen leven die zo onaangetast leven van de buitenwereld, iets wat veel zegt over de kracht van hun cultuur.
Dit gaat echter ook langzaam verdwijnen, over een aantal generaties is dit weg, jongeren lopen meestal in kleding. Dat is natuurlijk een wereldwijde en onomkeerbare ontwikkeling, maar ontzettend jammer. De wereld verschraalt. Het leven is hier hard, saai en onzeker, het leven in het Westen is beter, maar hier kunnen ze nog samenleven, en dat is een heel groot verschil.


Alle lieve mensen, ik ga nog een poging wagen naar het binnenland van Papua te komen, er wonen mensen in paalwoningen op tien meter hoogte. Het wordt moeilijk want transport is heel moeilijk, bovendien heb ik daar echt een gids nodig want men schiet je werkelijk een pijl door je lijf indien ze je niet kennen. Bovendien doet mijn voetje een beetje pijn van de vorige tocht dus die moet eerst herstellen. Ik ben nu in Papua dus wil er alles uithalen, indien niet mogelijk terug naar de zuidelijke eilanden. Op de vraag of Papua of Birma het beste land is heb ik geen antwoord, ze zijn beide geweldig en niet met elkaar te vergelijken. Papua en Birma staan samen op een. Nummer twee is voor de rest van Indonesie en nummer drie, ook een mooie plaats, is voor Kyrgizie. Ondertussen wens ik jullie weer veel succes met alles en bekijk elkaars drol ook eens, het kan de onderlinge relatie enorm opfrissen.

groet

  • 21 April 2008 - 07:22

    Hello Frank:

    Yes, I am father again. My son did not get a name of a Ajax player because the lost the season to Eindhoven. His name is Onni Emil. Onni "means" happiness which in Scandinavia is of course a joke because we are so depressed all the time. Next son I name "Valium".
    OK, bad jokes. But what are you doing in Indonasia? I tought they kicked all the Dutch out long time ago? Besides you should have been back in Amsterdam.
    Wonderful fotos, take care, don't mess with wrong people, don't mess with any people.
    Take care Frank, I like this site, Jaakko

  • 21 April 2008 - 15:10

    Vermoeid? Vervuild? :

    I missed your selfportrait...
    After your hard-core travelling I wondered how you look like?
    Stay healthy! I wish you all the best, Martina

  • 21 April 2008 - 18:16

    Maurice:

    Hoi Frank,
    Zo te lezen ben je weer helemaal in je element. Je hebt flink wat moeten typen maar dat is wel de moeite waard geweest want het was weer een heel bijzonder verhaal. Er zijn maar heel weinig mensen die dit hebben meegemaakt (en waarschijnlijk nog minder die dit ooit mee zullen maken gezien de toekomst), dat is een ding wat zeker is!
    Is er veel interactie tussen deze stammen? Of leven deze stammen geheel solitair. Wat ik me ook afvraag of deze stammen in geval van familie-uitbreiding aan uithuwelijken doen en derg. Of hebben ze daar geen last van inteelt.
    Let goed op jezelf in de jungle (Ik weet het,ik kijk teveel Discovery Channel en zie daarover allerlei spannende verhalen over tochten etc.) En mochten deze Papua’s hun pijlen op jou richten dan kun je altijd nog zeggen dat je Tom Cruise bent en zij mogen meespelen in je nieuwste avonturenfilm (ik weet het, die kennen ze ook niet maar ik wilde toch even de grap maken).
    Gegroet

  • 25 April 2008 - 07:40

    Gerben:

    He Frank,

    Echt te mooi allemaal!

  • 25 April 2008 - 21:12

    Pepijn:

    Ik heb vandaag je laatste verhaal voor de derde keer gelezen. Ik vind je avonturen elke keer fantastisch en steeds boeiender om te lezen en laat anderen er nu ook deel van nemen. Ga nog even door en jouw reisverslag kun je rustig uitbrengen in boekvorm. We missen je wel, maar begrijpen dat je nog even niet komt eten.

    Groet,

    P. en familie

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Frank

Wij leven allemaal onder dezelfde hemel, maar een ieder heeft een andere horizon. my email: frankm456@gmail.com

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 6383
Totaal aantal bezoekers 149650

Voorgaande reizen:

14 Maart 2007 - 14 Maart 2020

De moeder aller reizen.

Landen bezocht: